Arnoud kwam vaak in de pop-up winkel. Hij had altijd kritische vragen. Hij stak afgelopen week ook weer zijn hoofd om de hoek toen we bezig waren in de nieuwe winkel.

Hebben de koeien van dit vlees hoorns?

“Heee, Arnoud’, roep ik enthousiast vanaf het trapje waar ik op sta te balanceren. “Leuk dat je even komt kijken!” Ik klim naar beneden en vergeet dat ik eigenlijk Ronny aan het helpen was om iets zwaars te ondersteunen. Gelukkig kent die mij al langer dan vandaag en had het gevaarte zelf al vast. Want als ik even kan kletsen met een leuke klant dan laat ik die kans zeker niet voorbij gaan. Of ik nou aan het klussen ben of niet, dat doet er dan niet meer toe. 😉

“Weet je nog dat we met die vraag bezig waren over die hoorns van koeien en hoe dat nou precies zit? Nou, inmiddels weet ik er veel meer van!

Dat weet Arnoud zeker nog, want hij is er heel kien op. Ook waar de boer zijn melk laat verwerken is voor hem van belang net als wat er met de kalfjes gebeurt. Blijven ze bij de moeder of worden ze uit elkaar gehouden?

Hij vindt ook, net al wij dat vinden, dat we met elkaar veel minder vlees moeten eten. En het vlees dat we wel eten moet van hoge kwaliteit zijn. En dat telt ook voor de zuivel die we nuttigen. Juist daarom is hij dus terecht zo kritisch.

Stadsmensen versus het echte boerenleven

Arnoud geeft zelf ook toe dat hij een typische stadsjongen is. Hij zegt dat hij, net als waarschijnlijk vele anderen, zich ook wel eens laat leiden door (soms wat activistische) verhalen en de emoties die deze verhalen oproepen. Dit zonder de dagelijkse praktijk van de boer te kennen. Daarom zijn we zelf maar eens de boer opgegaan.

Want als je niet beter weet zou je zeggen dat elke boerin de melk zelf moet verzuivelen. En dat elke boer zich ontspannen tussen de gehoornde koeien moet begeven die hem allemaal begroeten met een lik en een knuffel. En dat uiteraard elk kalf eindeloos bij de moeder in de wei moet huppelen.

Tuurlijk, het zou utopisch zijn als dat allemaal zo zou kunnen…

Goed én goedkoop vlees en zuivel, dat kan echt niet samen!

Maar de praktijk is echt heel anders. en dat komt toch weer vooral door ons consumenten. Want wij willen zuivel en veel ook! En we willen daarbij ook nog eens dat het allemaal niet al te duur is natuurlijk. En wij willen mooi vlees van een dier waar we het liefst de naam nog van kunnen herleiden. En dat dan als het even kan voor de prijs van de kiloknaller…

Iedereen snapt wel dat dit allemaal niet samen gaat. Veel én goedkoop tezamen met al die idyllische beelden over hoe het gaat op de boerderij. We zetten daarom wat dingen voor je op een rijtje waar je op kunt letten bij de aankoop van goede zuivel en goed vlees.

De drie vragen die je kunt stellen om een beeld te krijgen zijn:

  • Van wat voor soort koeien komt dit vlees of deze zuivel en hebben ze wel of geen hoorns?
  • Blijven de kalfjes, die op deze boerderij geboren worden, bij hun moeder?
  • Wat gebeurt er met de melk van de koeien van deze boer?

Vraag 1: Vraag dus na wat voor soort koeien de boer heeft.

Dan weet je gelijk dat er oneindig veel opties zijn die allemaal van invloed zijn op de prijs van de producten. En dan weet je ook gelijk dat eigenlijk elke boer het beste voor heeft met zijn vee. En als wij merken dat de boer dat niet heeft, dat hij vooral met de cijfers bezig is, dan nemen we sowieso niets van deze boer op in ons assortiment. Zo simpel is het eigenlijk.

Een poging om het één en ander op een rijtje te zetten. We zijn niet volledig, maar proberen een beetje overzicht te creëren:

Sommige boeren zijn in transitie van gangbaar naar biologisch. Die hebben vaak nog koeien die zo gefokt zijn dat ze veel krachtvoer nodig hebben om een hoge melkproductie te geven. Wil je zo’n transitie boer steunen dan koop je juist wel zijn zuivel zodat hij eerder zijn veestapel heeft kunnen vervangen voor zogenaamde dubbeldoel koeien. Die zijn sterk en hebben veel minder krachtvoer nodig. Ze geven hun leven lang melk van hoge kwaliteit en zijn daarna nog goed voor de eerlijke vleesproductie.

Andere boeren hebben heel bewust gekozen om zeldzame, streekgebonden rassen in stand te houden. Dat de biodiversiteit van groot belang is wordt steeds meer algemeen bekend. Die boeren verdienen ook steun vooral omdat ze vaak zoveel koeien moeten hebben dat het voor boer en koe te gevaarlijk is om de kudde met hoorns samen in de wei en de stal te hebben. Bij kalfjes wordt daarom bij de iets grotere kuddes de hoorns onder verdoving door de dierenarts verwijderd.

En er zijn tenslotte, zonder met deze opsomming volledig te zijn, ook boeren die volgens biodynamische principes hun bedrijfsvoering inrichten. Die boeren hebben vaak een kleine veestapel en kunnen daardoor de koeien meer ruimte geven waardoor het verantwoord is (lees veilig voor de andere koeien en de boer zelf) de hoorns te laten staan bij de kalfjes. Dat zijn boeren die vaak een gemengd bedrijf hebben en dus qua vee kleinschaliger kunnen werken.

Vraag twee: hoe zit het met de kalfjes?

Op sommige boerderijen kiezen ze ervoor om de kalfjes apart van de moeder te houden omdat ze dan, in aparte boxen dicht bij de boerderij, heel goed in de gaten gehouden kunnen worden. Dat kan veel minder makkelijk als de kalfjes in de soms grote percelen met de moeders mee gaan.

Op andere bedrijven werken ze met pleegmoeders. De moederkoeien die voor meerdere kalfjes tegelijk kunnen zorgen terwijl de biologische moeder alweer terug de wei in gaat.

En bij de biodynamische boer vind je inderdaad de kalfjes vaker (maar ook niet altijd) terug bij de moeder in de wei.

Vraag 3: Waar gaat de melk heen?

Op de meeste bedrijven wordt, als er al zelf wordt verzuiveld, dit heel kleinschalig gedaan voor een eigen kleine klantenkring. Het is simpelweg heel erg veel werk en vaak heeft de boerin ook nog gewoon een gezin te runnen en heeft ze net als ieder ander ook maar 24 uur in een dag. Zelf kaas, yoghurt, kwark, hangop, karnemelk en boter maken, tuurlijk, is prachtig als het kan. Er zijn ook hele kleinschalige boeren qua veestapel die juist als belangrijkste taak hebben gekozen om de melk zelf te verwerken. Maar het is niet gek dat een boer er voor kiest om dit uit te besteden.

Dan kan er gekozen worden voor de anonieme fabriek. Bijvoorbeeld Friesland Campina. Dit is een groot bedrijf waar de melk anoniem wordt verwerkt. Ze verwerken ook biologische melk, maar je moet wel bedenken dat het een multinational blijft die winst maken als belangrijkste doel heeft. Maar het kan voor een boer om verschillende redenen een prima keuze zijn. Wij verkopen die zuivel alleen niet in de winkel.

Er zijn echter ook kleinschaligere bedrijven die melk verwerken. Het kan eigenlijk in alle soorten en maten. Kleinschalige melkfabrieken die een beperkt aantal leveranciers hebben of als mobiele zuivelaars op het erf komen bij de boer om onder meer kazen te maken van de melk van alleen diens koeien.

Meerdere wegen naar Rome

Er is dus niet één weg die het beste is. Er zijn heel veel opties die gezien de omstandigheden allemaal goed zijn. Zoals eigenlijk altijd zijn er ook op dit gebied meerdere wegen die naar Rome leiden.

De prijs is meestal ook terug te leiden naar welke weg er gekozen is. Hoe meer eisen wij aan het leven van de koe stellen, hoe hoger de prijs van de producten die de koe voortbrengt natuurlijk. Dat is eigenlijk heel logisch.

Vraag ons de oren van het hoofd

Bij ons in de winkel vind je straks allerlei soorten vlees en zuivel. We hebben nu alleen nog maar ingezoomd op koeien. Maar we hebben natuurlijk ook nog kippen, varkens, geiten en schapen in het noorden van het land.  Hierop leggen we een volgende keer graag het vergrootglas. Maar je snapt al wel dat we je in de winkel straks precies uit kunnen leggen waarom het ene stuk kaas of vlees soms iets goedkoper is dan het andere. Vraag ons dus gerust, net zoals Arnoud dat doet, de oren van het hoofd. Als wij het niet (zeker) weten, vragen we het na zodat we allemaal weer wat wijzer worden.

Keuzes met het hart gemaakt

Maar vergeet dus vooral niet dat wij sowieso producten verkopen van boeren die vol passie op hun bedrijf werken. Dat wil niet zeggen dat ze allemaal dezelfde keuzes maken, maar dat is ook niet zo belangrijk. Er moet tenslotte voor ieder wat wils zijn. En zolang de keuzes die gemaakt worden op de boerderij uit het hart komen dan kunnen wij het in de winkel uitleggen en dus verkopen.

Kom je straks, als we weer open zijn, zelf kijken en horen wat we waarom in het assortiment hebben? We zien je heel graag en zijn blij met je leuke vragen!